Nu het warm is, krioelt het op onze tuin meteen van de mieren. Gisteren liepen ze meteen over onze tafel, waar zoetigheid te vinden was, zoals de aardbeien van kleindochter en restjes van de taart die wij bij de koffie hadden. Bijzonder dat ze dat in no time weten….
Op de bloemknoppen van de pioenrozen krioelt het van de mieren. Hier komen ze niet op luizen af, maar op de zoetigheid van de bloemknop.
Ook in de toppen van twee bessenstruiken krioelde het van de mieren. Alhoewel ik zonder leesbril kleine dingen niet goed zie, kan het haast niet anders zijn, dan dat er luis in zit. Het gekke vond ik wel, dat er vandaag geen lieveheersbeestje te bekennen was in de struik, terwijl ik eerder deze week er misschien wel 20 telde in de bessenstruiken en de foto’s maakte die ik eerder publiceerde. Op het blad van de bessenstruiken zijn rode plekken te zien, gevolg van de bloedblaarluis.
Mieren en veeteelt
Veel soorten mieren verzamelen niet alleen voedsel, maar kweken het ook zelf. Je zou zelfs kunnen zeggen dat een aantal soorten aan een soort landbouw en zelfs veeteelt doet. Zo zuigt de (zwarte) wegmier (Lasius niger) graag de zoete afscheiding (honingdauw) van bladluizen op en beschermt daarom de luizen met mierenzuur tegen vijanden als lieveheersbeestjes.
Andere soorten gaan nog verder en brengen de luizen naar ondergrondse kamers met plantenwortels. Hier kunnen de luizen ongestoord sappen uit de plantenwortels zuigen.
Bladluizen leven van sap, dat ze met hun zuigsnuit uit planten halen. In dat sap zit meer suiker dan een bladluis nodig heeft. Het teveel wordt afgegeven als een zoete vloeistof, bekend als honingdauw. Mieren lusten graag honingdauw. Ze stimuleren de bladluizen met hun sprieten om honingdauw af te geven. Ze melken de bladluizen.
Gretig likken ze de druppel honingdauw op, die de luis door dit kloppen uitscheidt. Na zo een paar luizen te hebben gemolken rennen de werksters met gezwollen achterlijf terug naar hun nest om het kostbare vocht op te bergen. Honingdauw trekt ook andere insecten aan zoals wespen, vliegen, vlinders, mieren. In de honingdauw ontwikkelt ook de schimmel Roetdauw, een zwarte laag op de bladeren. Hierdoor kan de plant niet meer voldoende licht opnemen en er ontstaat een groeiremming.
Wat mieren ook schijnen te doen, is de bladluizen van de ene boom, struik of plant, naar de andere te brengen, zodat er steeds meer luizen in steeds meer struiken etc zitten.
Mieren zijn zo gek op die zoetigheid dat je haast van een verslaving kunt spreken. De gewone zwarte wegmiertjes leven vrijwel uitsluitend van de zoete excrementen van bladluizen. Dat zijn ook de mieren die in de keuken de suikerpot bezoeken.
Gelukkig is er naast alle negativiteit ook iets positiefs aan al die actieve mieren: Via hun activiteiten als afvaleters in de strooisellaag dragen mieren bij aan een verbeterde bodemvruchtbaarheid. [ De strooisellaag is dat deel van de bodem waar dode, gevallen bladeren en naalden nog herkenbaar aanwezig zijn. In de strooisellaag zijn de verteringsprocessen gaande van organisch materiaal.] Dus al met al lijken het wat dat betreft dan weer nuttige dieren.
moet natuurlijk mieren, zijn sorry
Op meren ben ik niet zo gek.Heb ooit eens een invasie binnen gehad en hou het nu veel beter in de gaten
Heel toffe informatie na goede waarnemingen
Hier ook hoor….heel veel mieren.