Veenmol

Vanmiddag zag ik voor mij iets groots snel het pad over steken. Ik er achteraan om te kijken wat het nou was. Een groot soort insect zag ik weg gekropen zitten achter een gras polletje. Nadat ik hem een beetje gepord had, rende hij snel weg en ik er achteraan met mijn telefoon. Natuurlijk had ik geen camera bij mij, die heb ik nooit bij mij als ik iets bijzonders spot☺

De foto’s die ik maakte zijn niet geweldig omdat het beestje zo snel was, maar ik had hem wel.

Ik voerde de foto bij Obsidentify in, want ik had zo’n beest nog nooit eerder gezien. Ik vermoedde wel wat het zou kunnen zijn. Ik had ze wel eens op Instagram gezien. En ja, het is 100% zeker een Veenmol.

Sinds ik vorig jaar een teek heb gehad aan mijn been, loop ik nooit meer met blote benen door de tuin. Sterker nog, ik draag meestal mijn kaplaarzen. Ik ben echt niet bang uitgevallen maar beestjes die mijn broekspijpen in kunnen kruipen, daar moet ik niets van hebben. Dus ik was blij dat ik mijn laarzen aanhad met dit snelle insect.

Veenmol

De Gryllotalpa, beter bekend als veenmol, is veel kleiner dan je denkt. Het is een insect van 5 tot 7 centimeter lang met stevige graafpoten. Hij is verwant aan de krekel en leeft grotendeels ondergronds.

Zoals de naam al aangeeft verblijft hij in humusrijke grond, zoals veen. De veenmol verblijft in de door hemzelf gegraven ondergrondse gangenstelsels. Hij komt het meest voor in Zeeland en Zuid-Holland, omdat daar van nature de grond het meest humusrijk is. Het verbaast me dat ik hem in onze tuin zie, want wij hebben kleigrond. Buiten Zeeland en Zuid-Holland zie je hem maar weinig. Op het menu van de veenmol staan voornamelijk insectenlarven en regenwormen, maar ook plantenwortels vallen in de smaak!

Uiterlijk

De kop en borststuk zijn sterk gepantserd, de voorpoten zijn ontwikkeld tot krachtige graafpoten. De voorvleugels zijn kort, de achtervleugels lang. De veenmol is roodbruin en heeft fluweelachtige haartjes. Zijn naam betekent letterlijk vertaald krekelmol; gryllus staat voor krekel en talpa voor mol

Voortplanting

Het vrouwtje van de veenmol legt haar eitjes in een ondergronds holletje. Alle eitjes samen zijn ongeveer een kippenei groot en komen na 2 weken uit. Het vrouwtje zorgt voor voedsel: zij schraapt de nestwanden af, wat zorgt voor nieuwe plantenwortels die de jonge veenmollen kunnen opeten. Jonge veenmollen blijven zo’n 2 tot 3 weken bij hun moeder, daarna gaan ze hun eigen weg. Na ongeveer 500 dagen zijn ze volwassen, daarna leven ze nog 70 tot zelfs 600 dagen.

bron: De tuinen van Appeltern

Bijzonder maar gewenst?

Bijzonder om zo’n zeldzaam voorkomend dier tegen te komen, maar of ik er blij mee moet zijn in de moestuin? Als er straks 300 gelegde eitjes, zoals ik las bij Wikipedia, uitkomen? En die jonkies allemaal lekker wortels van planten gaan eten? Nou we gaan het zien, als er allerlei planten plotseling bezwijken dan weet ik een mogelijke oorzaak.

Akelei enzo

In de tuin bloeien nu massaal de akeleien[ Akuilegia]. Wat ooit begon met 1 plantje heeft zich over de hele tuin verspreid. Het eerste plantje nam ik mee vanuit de tuin van mijn vader, zeker 8 jaar geleden.

Nu staan ze overal, maar bijzonder, ook in allerlei kleuren. Soms zelfs twee kleuren, zoals wit/paars en roze/wit. Ze kruisen heel makkelijk en daardoor ontstaan verschillende kleuren. In mijn tuin heel veel paarse, enkel-en dubbelbloemig. Verder lila, donker- en zachtroze, donkerpaars/bijna tegen zwart aan, wit en rood.

Akeleien zijn kruidachtige, winterharde en vaste planten. Hun bloeitijd loopt van april tot juli. Aan het begin van het voorjaar is het altijd weer een verrassing waar ze tevoorschijn komen. Omdat akelei winterhard is, hoef je qua verzorging niet veel te doen.Het is een vrolijk gezicht.

En wat ook opvallend is, is de terugkeer van de bijen en hommels.Een paar weken terug zag ik amper vliegen maar nu zijn ze massaal aanwezig, bij de akeleien, de phacelia, het kruipend zenegroen en andere bloeiende planten maar ook op de vele bloemen van de bramen.

De foto’s waren door de harde wind niet goed gelukt, maar een paar zijn toonbaar.

Als je eenmaal akelei (Aquilegia) in je tuin hebt, zul je altijd akelei in je tuin hebben. De plant zaait zichzelf uit, dus komt verschillende plekken weer op. Maar dat is wat mij betreft helemaal niet erg.   

Phacelia

Een echte bijentrekker is natuurlijk de Phacelia, hij wordt niet voor niets ook wel bijenvoer genoemd.

Vorig jaar had ik hem voor het eerst onder de druiven gezaaid. Ik had gelezen dat dit zou werken in de bestrijding van de galmijt maar ook andere schadelijke insecten.Het zaaien van Phacelia als onderbeplanting bij druiven zou ook een goede invloed hebben op de druiven. De Phacelia planten zijn stikstofbinders[ = N , en daar hebben druiven behoefte aan]. De bloemen lokken ook weer nuttige insecten [roofmijt, zweefvlieg, sluipwesp, gaasvlieg, lieveheersbeest,]die plagen in de druiven tegengaan of bestrijden zoals schadelijke insecten(rode spin, kroesmijt, cicade, druivenmot). Ik moet zeggen dat het een succes bleek want ik had geen galmijt afgelopen jaar en ook nu zie ik nog geen aangetaste bladeren.

Phacelia wordt ook gebruikt :

  • als groenbemester
  • om onkruid te weren op braakliggende grond
  • om bijen en andere bestuivers te lokken

Phacelia wordt door boeren vaak gezaaid op een stuk grond nadat het eerste gewas is geoogst. Door hier Phacelia te zaaien wordt de grond bedekt en krijgt onkruid geen of weinig kans. Na de bloei kan het door de grond gewerkt worden.

Droog

Als tuinvrouw laat je je natuurlijk niet kisten door de weersinvloeden. Maar een regenbui zou toch wel weer welkom zijn[ hoe durf ik het te schrijven na al dat geklaag over het natte voorjaar] Ik heb best eea gezaaid en geplant en dat wil wel een beetje nattigheid om te groeien. Dus loop ik met gieters langs alle kwijnende jonge plantjes. De harde wind en de zon maken dat de grond erg droog is bovenop. Aankomend weekend gaan we sproeien en alle lege regentonnen weer vullen.

Geen sport

Nu ik niet meer sport moet ik wel in beweging zien te blijven. Thuis doe ik wat oefeningen die ik geleerd heb, maar verder zit er toch een beetje de klad in. Ik ben desondanks nog wel een kilo afgevallen.

Gelukkig was daar afgelopen week de avondvierdaagse van de kleindochters en liep ik een avondje mee. Voor “de gezelligheid “appte ik naar mijn schoondochter. Nou ik heb haar niet gezien alleen aan de start en finish. We zouden ieder op 1 kind letten. De avondvierdaagse was in het dorp waar zij wonen. Een klein dorpje dus het aantal deelnemers was niet zo groot.Omdat de kleindochters iedereen kennen, renden ze constant heen en weer tussen vriendjes en vriendinnetjes om daarmee hand in hand te lopen. Ik liep dus op een straf tempo achter hen aan. Vijf kilometer, maar door het hoge tempo was ik best moe☺

De route ging die avond door een natuurgebied “het Waalbos” en was erg mooi, maar tijd om foto’s te maken had ik niet.De kleindochters liepen alle avonden mee. Ik vind het knap van ze, vooral van de jongste van vijf, best een afstand met die korte beentjes.Gisterenavond was de intocht en stonden we langs de weg met bloemen en natuurlijk een snoepketting

Beestjes in de tuin: Sprinkhaan

Deel 4 in de reeks Beestjes in de tuin. Dit keer toon ik jullie foto’s van de sprinkhaan die ik regelmatig tegen kwam. Sommige foto’s hebben trouwe volgers wel eens in een blog voorbij zien komen, maar ach wat geeft het hè…….

De sprinkhaan vind ik wat hebben van een buitenaards wezen, wat creepy maar zo mooi.

De vleugels lijken bladeren met nerven en al erop.

In het gras zie je ze amper, tot ze vlak voor je weg springen. Zeg nou zelf, net een blaadje in het gras toch?

Grote groene sabelsprinkhaan

Deze grote groene sprinkhaan is een imposante verschijning. Zonder vleugels is zijn lengte al meer dan 3 cm en de vleugels zijn bijna twee maal de lichaamslengte. De soort is een alleseter, die als volwassene graag andere insecten eet. Maar kijk uit, pak hem niet op want ze schijnen flink te kunnen bijten.

In augustus en september zijn de grote groene sabelsprinkhanen allemaal volwassen geworden. De mannetjes laten hun ratelende, knerpende zang vanuit grote kruiden en kleine struiken horen. Voor mij het geluid van de nazomer, maar ook het geluid van vakanties in warme landen, zoals Frankrijk, Spanje, Griekenland….Maar toen ik dit blog schreef las ik dat dat geluid gemaakt wordt door krekels en dat niet hetzelfde beestje is…..

De eieren worden meestal in de open grond gelegd. De jonkies komen in het voorjaar uit de eieren. Ze zijn dan vaak op bloemen te vinden. Ik zag ze dit jaar met regelmaat op mijn tomaten- en ook koolplanten zitten. De jonge groene sabelsprinkhanen blijven de eerste vervellingen nog in de lagere begroeiing omdat ze nog niet kunnen vliegen. Pas als ze volwassen worden rond eind juni wordt wat meer op bomen en hogere planten gekropen om beter te kunnen jagen en te zonnen.

nimf

Het is moeilijk ze te fotograferen, want ze hebben je snel in de gaten en doen een soort verstoppertje met je of springen of vliegen ineens weg.

nimf

Hier kun je goed zien hoe groot hij is, als je let op het slakkenhuis ervoor op de bank

De sprinkhaan

Er woonde op het eiland Urk

een sprinkhaan met een groene jurk,

maar deze sprinkhaan wou niet springen,

hij hield alleen van kalme dingen,

en als het ook maar even kon,

zat hij te zitten in de zon.

Zijn moeder woonde ook op Urk

en had precies zo’n groene jurk.

Ze zei: wat heb je toch m’n jongen

en waarom maak je toch nooit sprongen?

Kom mee, vooruit, van hopsakee!

Och moeder, zei hij, moeder, nee…

Ik blijf mijn hele leven kalm

hier zitten op een korenhalm.

Daar zit hij in zijn groene jurk –

en zit er nog. Op ’t eiland Urk.

gedicht van Annie MG Schmidt 1966

Gemiddeld kan een sprinkhaan namelijk zo’n 25 centimeter hoog en makkelijk een meter ver springen.