Het vervolg op het blog: Liefde is….bijen tellen! Waarom dat liefde is? Simpel gezegd omdat de bij belangrijk is voor ons bestaan op aarde, dus je moet wel van ze houden en er vooral zorgen dat ze blijven.
Bijen
De Nederlandse wilde bijen zijn in gevaar: de helft van alle 358 soorten is bedreigd. En dat terwijl ze heel belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening. Tachtig procent van onze eetbare gewassen is afhankelijk van bestuiving door bijen en andere insecten. Wilde bijen zijn dus cruciaal voor de productie van ons voedsel.
De grootste bedreiging waar de wilde bij mee te kampen heeft is gebrek aan voedsel en nestgelegenheid. Dit is een direct gevolg van de intensieve grootschalige landbouw, de verstedelijking en het strakker en efficiënter beheer van ons groen. Bijen worden niet blij van gazons als een biljartlaken en bermen waaruit alle bloemen zijn verdwenen.
Bijen zie je vaak druk van bloem naar bloem vliegen. Dat doen ze voor de nectar die dient als brandstof en voor het stuifmeel (pollen) dat essentieel is als voedsel voor de larven. De mate waarin bloemen waarde hebben voor bijen verschilt per soort. Sommige bijen zijn gespecialiseerd op één of enkele planten terwijl andere soorten minder kritisch zijn. Over het algemeen geldt: hoe groter de diversiteit hoe meer soorten bijen. Bloeiende bomen, heesters en struiken zijn goede opties om aan te planten in perken, denk daarbij aan bramen, mei- of sleedoorn, inheemse wilgen
Andere vaste planten zijn rozen, klokjes, salie, lupine, etcetera. Vermijd bij gekweekte planten de cultivars met gevulde bloemen (zoals bij rozen vaak het geval is), die leveren nauwelijks stuifmeel en nectar.
Nesten
De eisen die worden gesteld aan nestgelegenheid verschillen per soort .Een deel van de soorten nestelt in de grond en graaft daar gangetjes. Andere soorten nestelen bovengronds in door kevers gemaakte gaten in hout of holle stengels van bijvoorbeeld braam, riet of afgestorven kruiden. Op veel plekken is een groot deel van de grond bedekt met tegels, grind of houtsnippers en worden afgestorven stengels in het najaar verwijderd. Het achterwege laten van bodembedekking en het laten staan van kruiden in de winter zijn eenvoudige manieren om nestgelegenheid voor bijen te vergroten. Veel soorten maken hun nest bij voorkeur op plaatsen waar niet al te dichte vegetatie wordt afgewisseld met stukjes onbedekte bodem.
Je kunt ook nestgelegenheid aan te bieden in de vorm van bijenhotels. Die kun je tegenwoordig kopen in allerlei varianten, maar zijn ook goed zelf te maken.Wij maakten er een met veilingkisten op een oude steenwagen. Gevuld met potjes, bamboestokken, dennenappels, stro, takken etc.
In onze tuin
Vandaag liep ik twee maal in de middag een rondje met mijn camera in de aanslag door de tuin om te kijken wat er in onze tuin zoemt. Ik dacht als ik ze vastleg, kan ik thuis op mijn gemak kijken wat het is. Ongeveer een half uurtje in totaal probeerde ik bijen te spotten. Maar waar het een week of twee terug wemelde van de bijen, zag ik er vandaag maar een stuk of 10 in totaal.
Imker
Gisteren hoorden we toevallig van onze Turkse overbuurman dat hij een bijenkast heeft. We wisten dat helemaal niet maar hij zou vorig jaar toestemming hebben gekregen van de vereniging. Hij heeft twee korven met totaal honderdduizend bijen.Hij nodigde ons uit om binnenkort te komen kijken. Ik ben wel benieuwd want ik weet er niet veel van. Hij vertelde onder meer dat er nog een imker op ons complex zat met veel minder bijen en dat zijn bijen dat volk gedood of verjaagd zou hebben…?? Zijn Nederlandse taal is niet heel goed, dus soms is het moeilijk te begrijpen wat hij zegt.
Ik denk dus dat ik vaak honingbijen van zijn volk in de tuin heb.
Het tellen viel niet mee, want zo zag ik er een en dan was hij al weer weg als ik er heen liep.Ik zag ze eigenlijk alleen op de boshyacinthen, de fletten en het gevlekte longkruid.Aan de hand van het gedownloade gidsje heb ik geprobeerd ze een naam te geven, maar ondanks de beschrijvingen vind ik het toch lastig.
Hommel
Ik telde twee hommels in de tuin, waarvan ik alleen deze op de foto kreeg.
Vosje
te herkennen aan de lange, dichte, vosrode beharing op de bovenkant van borststuk en achterlijf, in combinatie met de zwartbehaarde kop en onderzijde van borststuk en achterlijf.
Geen bij maar vlieg
Ze lijken een beetje op hommels en bijen maar zijn het niet: de gewone wolzwevers (Bombylius major). Een onschuldige vlieg, die dus ook helemaal geen familie is van de bij, doet zich voor als een minder onschuldig insect en misleidt zo eenieder die hem op wil eten. Net zoals sommige zweefvliegen doen. Nu (april-juni) is het moment dat je ze rond ziet vliegen in je tuin.Deze tellen dus niet mee, maar zijn wel mooi om te zien, dus bij deze…….
Waar de wolzwever in uitblinkt is het bloembezoek. Het doet een beetje denken aan een kolibrie. De wolzwever gaat voor een bloem hangen, waarbij het lijkt of hij stilstaat. Maar schijn bedriegt, want ondertussen slaan zijn vleugels wel 300 keer per seconde. Met zijn lange tong dringt hij diep de bloem binnen waar de nectar zit.
Honingbij
De honingbijen zag ik het meest, een stuk of 8 tegelijkertijd. Mogelijk waren er meer maar deze 8 zag ik dichtbij elkaar op het gevlekte longkruid.
Heel veel soorten waren het dus niet, jammer genoeg. Nu mijn lijstje invullen en doorgeven aan de bijentelling…….