Ik ben geabonneerd op de nieuwsbrief van de Vlinderstichting. De nieuwsbrief van april stond nog in mijn inbox en las ik gisteren pas.Het item daarin ‘aan de slag voor de insecten’ triggerde mij. Ik heb al wel meer geschreven over de achteruitgang van insecten[ lees mijn blog: wat als er geen insecten meer zijn]. Je kunt het er nooit teveel over hebben, dus daarom breng ik het nog eens onder jullie aandacht.
Insecten sterfte
Nieuwe studies over insectensterfte bevestigen wat de afgelopen jaren al duidelijk werd: het gaat slecht met de insecten wereldwijd. Er zijn veel oorzaken en de problemen beïnvloeden elkaar en versterken elkaar soms ook nog. De maatregelen om de insectensterfte tegen te gaan zijn grootschalig en ingrijpend, maar als individu kun je wel bijdragen door de insecten in je eigen omgeving te helpen.
- Op de Rode Lijst van Europese vlinders van 2010 staan 38 van de 482 Europese soorten (8%) als bedreigd en 44 soorten (10%) als kwetsbaar (van 47 soorten was de status niet te beoordelen).
- In Groot-Brittannië, Nederland en Vlaanderen zijn meetnetten waar betrouwbare trends uit te halen zijn
- De achteruitgang van de dagvlinders is in deze landen respectievelijk 50%, 50% en 32%.
- Opvallend is dat de achteruitgang niet alleen de fijnproevers treft, dwz de soorten die heel speciale eisen stellen aan hun leefomgeving.
- Ook ‘gewone’ soorten, die algemene waardplanten hebben en weinig kritisch lijken, vallen onder de verliezers.
Oorzaken
- het intensieve landgebruik, waaronder verstedelijking en intensieve landbouw met name belangrijk zijn;
- klimaatverandering
- verdroging
- lichtvervuiling
Wat kunnen we doen?
Om de insectensterfte tegen te gaan zijn dan ook grootschalige en ingrijpende maatregelen noodzakelijk. Het is van groot belang dat deze niet nationaal worden geregeld, maar juist internationaal, op Europese en zelfs wereldschaal.
Zelf aan de slag
Daarnaast kan iedereen zelf bijdragen om de insectenstand te bevorderen. Die maatregelen kunnen niet de gevolgen van de intensivering van het landschap en de klimaatverandering stoppen, maar de insecten in de directe omgeving zullen er zeker van profiteren! Als dat op heel veel plekken gebeurt zet dat wel degelijk zoden aan de dijk.Alle kleine beetjes helpen.
Er zijn veel manieren om insecten te helpen. Bijvoorbeeld door te zorgen dat onze eigen omgeving aantrekkelijk wordt. Zo kunnen we in onze tuinen zorgen voor goed leefgebied door tuinonderhoud waarbij er ruimte blijft voor vlinders, zweefvliegen, bijen en andere insecten.
Acht tips om zelf aan de slag te gaan
- Niet alles kortwieken en wegmaaien, maar ruimte bieden voor eitjes, rupsen, poppen en volwassen insecten. Gazon waarop je zit kun je kort maaien, maar het deel eromheen kan mooi bloemrijk grasland worden. Collega blogger Hilde van de website Groengenot schreef een aantal keer over de bloemenweide in haar tuin[ klik].
- Streef naar veel inheemse planten, dus planten die hier thuishoren. De insecten die gespecialiseerd zijn zullen dat altijd zijn op planten die hier horen.
- Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen. Dat klinkt logisch maar u zult versteld staan over de omzet van de tuincentra wat betreft deze gifstoffen. Particulieren vormen een heel belangrijke gebruikersgroep van bestrijdingsmiddelen.
- Beperk de lichtvervuiling. Zorg voor slimme verlichting die niet brandt als het niet nodig is.
- Beperk het gebruik van synthetische zepen bij het wassen van je auto en de ramen. Veel daarvan spoelt weg en komt zo in ons milieu terecht.
- Enthousiasmeer anderen! Laat zien dat insecten niet alleen maar eng, vies en schadelijk zijn en dat er prima mee valt te leven, sterker nog dat ze prachtig en onmisbaar zijn en word ambassadeur voor insecten en de bescherming ervan.
- Stimuleer je gemeente en andere beheerders meer aandacht te laten hebben voor insecten en een insectenvriendelijk beheer. Onze gemeente heeft het maaibeleid aangepast en ook de waterschappen maaien anders.Er wordt gefaseerd gemaaid en minder kort. ‘Door het gemaaide gras af te voeren, komen de voedingsstoffen van het gemaaide gras niet terug in de bodem. Hierdoor verschraalt de grond en krijgen meer verschillende planten, bloemen en kruiden een kans. Kruiden kunnen uitzaaien en er sterven minder insecten als het maaisel pas na enkele dagen wordt opgeruimd dan wanneer het direct wordt verwijderd. Verder zien we in onze gemeente steeds meer stroken waar de gemeente vlinder en bijenmengsels heeft ingezaaid.
- En tot slot: het bewustzijn moet ook in Den Haag terecht komen, politieke partijen die zich actief inzetten voor insecten en biodiversiteit zijn hierbij ook belangrijk
Je kunt een gratis brochure aan vragen[ klik]
bron Vlinderstichting
Er is meer dan honingbijen en limonadewespen
In Nederland zijn honderden soorten bijen en duizenden soorten wespen, die in volken leven maar veel vaker alleen. Ze veroorzaken geen overlast, ze steken zelden of nooit en daarom ken je ze niet. Namen als metselbijen, behangersbijen, graafwespen, sluipwespen, zaagwespen, urntjeswespen enz hebben ze. Ze zitten gewoon in jouw tuin, in de berm of op de hei. Als je er oog voor krijgt zie je ze opeens overal!
Zo zag ik afgelopen maand een wollig insect met een lange snuit, het bleek de wolzwever te zijn. Ik had hem nooit gezien en de naam nooit gehoord. Nu zie ik hem steeds in de tuin, misschien een en dezelfde, maar wel leuk om te zien nu ik het weet. Hieronder zie je hem op het kruipend zenegroen.
Zo zagen we ook eens vorig jaar de stadsreus [of ook wel hoornaarzweefvlieg genaamd] zien, deze zat op de dropplant.Ook die naam had ik nog nooit van gehoord.De foto zit tussen het overzicht onderaan het blog.
Wist je dat?
Als je fruitbomen hebt en er vallen bv pruimen op de grond laat die dan liggen[ of gooi ze op een hoop] en je ziet er al snel een massa vlinders, bijen en andere insecten op af komen.
In het najaar kun je weer bollen planten, maar plant dan het liefst biologische, zonder bestrijdingsmiddelen, zodat de insecten veilig de nectar van de krokus en het sneeuwklokje kan halen zonder daarna zelf dood te gaan.
In de winter wacht je met het opruimen van je tuin, zodat insecten plekjes vinden om te overwinteren.Een insectenhotel is voor een kleine tuin of balkon ook een goed idee. Al die kleine dingen maken een groot geheel. Doe ook mee en ga aan de slag voor de insecten.
Er bestaan ook apps die je helpen beestjes te herkennen. Ik heb zelf de app dierenzoeker en vlinders in de tuin op mijn telefoon staan. Handig als je opeens iets ziet vliegen en wilt weten wat het is…….
Planten in de tuin
Welke planten zet je dan in je tuin[ of op je balkon] om de insecten te helpen? In Nederland hebben we vaak kleine postzegeltuintjes bij onze huizen. Toch is het zelfs in een kleine tuin al mogelijk om de beplanting zo samen te stellen dat insecten erdoor aangetrokken worden. Vorig jaar hielp ik onze dochter met de aanleg van hun nieuwbouw tuin. Niet groot, maar aan beide kanten een brede rand waar we ook veel vlinderlokkende planten hebben geplant. De eerste vlinders heeft ze op de enkele warme dag die we hadden al gezien……
Voorbeelden van die planten zijn bv Dropplant, winterheide,judaspenning, lavendel, vlinderstruik, verbena, hemelsleutel, herfstaster, echte koekoeksbloem en nog veel meer. Googel maar eens….
Lavendel
Dropplant
Vlinderstruik
IJzerhard
Hemelsleutel
Het boekje Tuinieren voor vlinders is ook te bestellen.[ klik]