Het Lalique museum

Het doel van ons bezoek aan Doesburg pas geleden, was het Lalique museum. Ik had er nooit eerder van gehoord maar het was zeker de moeite waard om het te bezoeken.

Lalique Museum

Het Lalique Museum is gevestigd in het hart van het historische centrum van Doesburg, vlakbij Arnhem. Het museum, dat sinds 2011 bestaat, is gewijd aan de wereldberoemde Franse juwelen- en glaskunstenaar René Lalique (1860-1945). Naast de vaste collectie zijn in het Lalique Museum met regelmaat tentoonstellingen te zien, waarbij naast werk van Lalique tevens werk van tijdgenoten te bewonderen is. De tentoonstellingsradius beslaat de periode van circa 1850-1950. Toen wij er waren, was er een tentoonstelling van Mucha en tijdgenoten. Misschien blog ik daar apart nog een keer over.

Het museum is verdeeld over drie historische panden in dezelfde straat in de historische binnenstad van Doesburg. Het huidige “hoofdpand” is een oud graanpakhuis, zo vertelde de man die onze kaartjes controleerde. Via een steile smalle trap kon je naar de eerste en tweede etage.Als je niet goed ter been bent, kun je hier echt niet naar boven.

In het pand zijn allerlei authentieke details aanwezig. De houten vloeren en het dak zijn origineel.

In het tweede pand aan de overkant van de straat is een museum café gevestigd met een binnentuin.

Via de tuin konden we naar het derde pand, de Commanderij. Dit pand, de Commanderij, wordt nog gerenoveerd, de begane grond is pas deze zomer geopend voor publiek.

Geschiedenis van de Commanderij

Het pand is een riddergebouw uit 1286. Het pand hoorde eens toe aan de Ridderlijke Duitsche Orde.

De commanderij van Doesburg werd gesticht op 12 juni 1286 na een scheidsrechterlijke uitspraak in een geschil tussen de Orde en het klooster Bethlehem. Hierbij werd de kerk van Doesburg aan de Duitsche Orde toegewezen. Twee Ordepriesters namen hun intrek in een huis aan de Kerkstraat om van hieruit de zielzorg in de parochie te verzorgen. De priesters leidden een sober leven in hun commanderij. Deze was wel uitgerust met twaalf bedden om ridders en pelgrims onderdak te kunnen bieden.

Tot tweemaal toe werd de kerk door blikseminslag en brand zwaar beschadigd. De herstelwerkzaamheden drukten zwaar op de financiën van de commanderij. In 1590 ging de kerk over in protestantse handen en bijna zestig jaar later besloot de Orde de commanderij geheel van de hand te doen. Het huis met alles wat erbij hoorde werd in 1657 verkocht aan de stad Doesburg, die er een weeshuis in vestigde. Later kreeg het huis weer andere bestemmingen: van bioscoop tot café. Nu wordt het dus gerestaureerd tot museum.

Het zal bij de opening in de zomer van 2024 toegankelijk zijn voor mensen die minder mobiel zijn en bv afhankelijk van rolstoel of scootmobiel.

Tentoonstelling

Rene Lalique studeert in Parijs aan de Ecole des Arts Decoratifs en leert tegelijk het vak van edelsmid. Na zijn studie vertrekt hij naar Londen en studeert aan de Chrystel Palace School of Arts, Science and Literature.In 1886 vestigt hij zich als zelfstandig juwelier in Parijs en zal hij zich ontwikkelen tot een van de meest vooraanstaande juwelenontwerpers van de Franse Art Nouveau.Hij wordt bekend om zijn parfum- en glasontwerpen.

De tentoonstelling in het museum laat dit mooi zien. Het fotograferen van glas in glazen vitrines ging mij niet heel goed af, want vaak zag ik mijn eigen spiegelbeeld ook op de foto.

Vitrine met gekleurd glas in de Commanderij

Parfumflesjes

Vaas met het decor van de artisjok

Motief op de vazen: grasparkieten

grasparkieten in detail

Mures, het Franse woord voor bramen. Volgens legenden zouden bramen na 15 september niet meer gegeten mogen worden omdat de duivel ermee geknoeid zou hebben, wat tot vergiftiging zou leiden. Mogelijk ligt de oorsprong van deze legende in het feit dat sommige bramensoorten in september aangetast kunnen raken door een infectie en een vieze smaak kunnen krijgen.

Tafeldecoratie van tulpen, gemaakt voor het huwelijk van Juliana en Bernard. Het werd geschonken door Nederlandse diplomaten als huwelijkscadeau. Leuk weetje: Prinses Christina had dit aangeboden om te laten veilen door Sotheby’s. Later werd het toch terug getrokken en niet geveild.

Natuur

Als kleine jongen wordt René Lalique iedere zondag door zijn grootvader mee genomen voor een wandeling in de natuur. Hij ontwikkelt hierdoor een grote liefde voor de natuur en dat blijft altijd een inspiratiebron voor zijn ontwerpen later.Zijn grootvader wijst hem op insecten, kikkers, slangen etc. Hij plukt bloemen om die vervolgens thuis na te tekenen.

In de juwelen die hij later maakt, komen de jeugdervaringen met zijn grootvader terug:

Broche van omstreeks 1900: de gevleugelde nimf

Viooltje

Het was een mooie tentoonstelling en voortaan ga ik op rommelmarkten en in kringloopwinkels opletten of ik zoiets zie. Voor een gewoon mens zoals ik is het niet te betalen. Ik zie op internet vaasjes te koop voor prijzen als 1500, 3000 euro.

Lalique in Frankrijk

In 1921 vestigde René Lalique een werkplaats Wingen-sur-Moder, een plaatsje in het departement Bas-Rhin, dat tegenwoordig deel uitmaakt van het Regionaal Natuurpark Van Noord Vogezen.

Deze locatie, sindsdien omgedoopt tot”Lalique Museum”, is een kennismaking met het werk van René Lalique, zijn opvolgers, en iedereen die bijgedragen heeft aan het in stand houden van de kennis van deze meester glasbewerker, met de tentoonstelling van bijna 650 kunstwerken.

Art nouveau sieraden, door René Lalique ontworpen aan het begin van zijn carrière, Art déco stukken waarin glazuur, hoorn, ivoor en halfedelstenen zijn verwerkt, parfumflesjes ontworpen voor de beroemdste merken (zo werd hier het flesje “l’Air du Temps” gemaakt voor Nina Ricci), hedendaags kristal…stuk voor stuk unieke exemplaren die ook terug te vinden zijn in tafelaankleding, architectuur en interieurinrichting. Het museum Lalique is de parel van het Franse kristalwerk, en biedt het hele jaar door activiteiten, waaronder workshops speciaal voor kinderen die zelf iets mogen ontwerpen.

Kunstenaar in dop?

Ik heb na dit museumbezoek alle hoop gevestigd op mijn oudste kleindochter. Zij is van alle vier kleinkinderen als het ware groot geworden in onze voormalige volkstuin. Ik nam haar als baby al mee in de kinderwagen. Zij heeft het meest mee gekregen van mij wat betreft de bloemen en beestjes. Nog altijd is ze geïnteresseerd in de natuur en bovendien creatief!! Dus wie weet leidt die combinatie tot iets moois net als René Lalique geïnspireerd werd door de wandelingen met zijn grootvader……Ik wacht af, voorlopig tekent ze vooral hartjes, eenhoorns en regenbogen.

Onderweg naar Doesburg

Sinds onze scheiding is mijn ex man zich meer gaan verdiepen in kunst. Geen volkstuin meer, geen zeurende vrouw, dat geeft ruimte voor andere dingen. Zo kwam hij een soort glas tegen, waar hij nogal van gecharmeerd was. Het was zwart en draagt de naam Lalique. Hij begon daar informatie over te zoeken. Het is voor een gewoon mens niet te betalen, maar wel mooi. Wij doen nog samen mee aan de vriendenloterij en ik zag in een mail met nieuw aanbod van mijn VIP kaart opeens het Lalique museum in Doesburg staan. Afijn van het een kwam het ander, we spraken af er samen heen te gaan.

We gingen al heel vroeg van huis, reden via een klein omweggetje over de Posbank. Het natuur gebied in het Nationaal Park Veluwezoom wordt in de volksmond zo genoemd maar heet eigenlijk het Herikhuizerveld.

De Posbank is een stenen bank die in 1918 aan de rand van Herikhuizerveld is geplaatst op een hoog punt met zeer fraai uitzicht. De in de bank genoemde data ‘1893 – 7 mei 1918’ herinneren aan het zilveren jubileum van de 2e voorzitter van de ANWB en hoofdconsul de heer G.A. Pos. ‘Hij effende banen voor het vreedzaam verkeer tusschen de volken. Duizenden bracht hij in en tot de natuur. Den Nederlanders deed hij Neerlands schoonheid kennen, waarderen en liefhebben’, zo luidt de verdere inscriptie op de bank. In de volksmond heeft het aangrenzende natuurgebied geleidelijk ook de naam Posbank gekregen.

Heide

Het gebied staat ook bekend om de prachtige hellingen met bloeiende heide. Helaas was ik daar te laat voor, de heide was al uitgebloeid. Hier en daar stond nog een polletje te bloeien, maar geen paarse hellingen meer.Alhoewel het geen groot gebied is,5.000 hectare, genoten we er van en stopten meerdere keren om foto’s te maken. Het gebied deed ons denken aan verschillende gebieden in Frankrijk waar we in de loop der jaren zijn geweest. Heuvelachtig, bosrijk, zandverstuivingen,heide.

Kenmerkend voor Veluwezoom is het reliëf: nergens anders op de Veluwe vind je zoveel heuvels en heb je zo’n mooi uitzicht. Op de Posbank bijvoorbeeld kun je bij mooi weer tot in Duitsland kijken.

Alhoewel wij er best al vroeg waren, was het toch al druk met auto’s, fietsers, motoren en wandelaars. Ik las dat het gebied in de maanden juli en augustus gesloten is voor gemotoriseerd verkeer. Het moet dan helemaal genieten zijn van de stilte, die we nu ook wel vonden maar die dan af en toe verstoord werd door langsrijdend verkeer. Gelukkig voor ons dat we er met de auto in mochten, want alhoewel het met de knie van mijn ex man goed gaat, kan hij niet heel ver lopen.

Net als altijd als we op vakantie waren, had ik een thermoskan koffie mee en broodjes en wat is lekkerder dan dat op te eten en te drinken in alle stilte, te genieten van het natuurschoon en te weten dat het tussen ons ook wel goed zit ook al zijn we uit elkaar.

Volgend blog zal ik over het Laliquemuseum schrijven.

Kano Rijwielfabriek

Afgelopen weekend was ik samen met mijn ex man naar de andere kant van Nederland om een examen af te nemen voor het bedrijf van onze zoon. Ondanks de scheiding werken we nog steeds prima samen. We bezochten ook een museum, waarover ik later nog een blog zal schrijven.Dat vraagt nog even tijd met uitzoeken enz.

In de tuin achter het oude pand van het museum was een terras en dronken we koffie en aten een Hansje, een soort hazelnootschuimgebakje.

Er stond een enorme kastanjeboom en we zagen wat letters op de muur van het gebouw erachter. Een paar jaar geleden zijn we begonnen een foto-archiefmapje te maken met foto’s van oude muurschilderingen op gebouwen die we tegen kwamen. Alhoewel dit geen muurschildering was, maar een naam met geglazuurde stenen, past hij er wel bij. Toen we achter de boom gingen kijken, bleek er Kano-Rijwielfabriek te staan.

Het intrigeert altijd als je zoiets ziet, hoelang zou dat al op het gebouw staan, bestaat die fabriek nog steeds, maar op een andere plek? Mijn ex man zocht het thuis op en stuurde mij een link door met een leuk stukje geschiedenis uit Doesburg, de plaats waar wij waren.

 Het artikel is van Andries Kuipers en dateert uit 2001. Hij had een gesprek met een toen een 81-jarige man (geb. 1918), Wim ten Holt. Deze was zelf ooit eigenaar van deze fietsenhandel, evenals zijn vader. Uit zijn mond heeft hij veel informatie over de rijwielfabriek opgetekend. Helaas was de fietsenfabricage al gestaakt toen Ten Holt in dienst kwam, zodat veel details niet ingevuld kunnen worden.

Kano

De vader van Ten Holt, C.A. Ten Holt, was een medewerker van het eerste uur. Eerst als knecht, later als voorman en vervolgens als bedrijfsleider. In de rijwielfabriek werden dames- en herenfietsen, tandems en transportfietsen gebouwd. Met het zoeken naar een afbeelding kwam ik weer een andere website tegen over oude transportfietsen. Grappig dat je door een kop koffie opeens bij oude bakfietsen terecht komt.

foto Kano bakfiets

Framebuizen zagen
Naast het eigen merk Kano verkocht het bedrijf ook Naumann fietsen uit Duitsland. Deze werden met tramwagens vol naar Doesburg geïmporteerd. Ook lampsets van het Duitse merk Riemann was een importprodukt. Verder werden ook de huishoudnaaimachines van Naumann verkocht en had men een handel in batterijen van het merk Pandora. Hoeveel Kano fietsen er in totaal zijn geproduceerd, is onbekend. Ook zijn geen framenummers geregistreerd. Uit andere feiten valt af te leiden dat de productie toch redelijk hoog lag. Zo rond 1925-1930 werkten er ongeveer 20 mensen bij Kano. Twee daarvan waren vertegenwoordiger, twee anderen kantoorbedienden en de overigen werkten in de rijwielwerkplaats en winkel. Drie medewerkers deden weinig anders dan het zagen van framebuizen. Deze werden gefabriceerd door Robur in Helmond. Cranksets werden ruw aangeleverd en bij Kano verder bewerkt. Sturen werden in eigen beheer gemaakt en bij een plaatselijk bedrijf vernikkeld. In de werkplaats stonden drie moffelovens, om het gelakte frame te moffelen (de lak te verharden). Kano lakte en moffelde ook voor derden.

Fabricage stokt


Toen de zaak 35 jaar bestond, in 1939, besloot Petrus Bier de rijwielfabriek te verkopen. Hij plaatste daarvoor een advertentie in dagblad De Telegraaf. Er kwamen echter geen kopers op af. Om zijn broodwinning niet in gevaar te laten komen, besloot vader Ten Holt daarom zelf de zaak over te nemen. De familie Bier verdwijnt daarop letterlijk en figuurlijk van het toneel. Ten Holt meent dat ze van Joodse afkomst waren. Vader Ten Holt loodste het bedrijf door de oorlog. De rijwielfabricage lag op dat moment eigenlijk stil. Voor zover bekend zijn na 1939 geen nieuwe Kano fietsen meer gebouwd. Het bedrijf draait op reparaties en de rijwielhandel. “In de oorlogsjaren probeerden ze met alle mogelijke middelen de fietsen rijdend te houden. Zo werden van oude autobanden ‘cushions’ gesneden, massieve banden,” weet Ten Holt nog.

Wim ten Holt komt zelf in 1947 in de zaak. Nog geen tien jaar later, in 1954, overlijdt zijn vader en neemt de zoon de zaak over. Hij verkrijgt het agentschap van fietsenmerken als Gazelle en Batavus. In 1968 besluit Wim Ten Holt wegens gebrek aan opvolging en ziekte de zaak te verkopen. Aan de Gasthuisstraat huist nog steeds een fietsenhandel. Deze heeft de vroegere Kano werkplaats in gebruik als rijwielopslag. De eigenlijke winkel is gevestigd in het voormalige postkantoor daarnaast. Een antiquair heeft de vroegere Kano-winkel in gebruik.

Daarmee eindigt het verhaal over het Kano-rijwielmerk.

origineel Kano balhoofdplaatje

Toen we terug naar de auto liepen zagen we nog een antieke reclame op de gevel van, nu een horecazaak:

Historisch centrum

Ik was nooit eerder in Doesburg, maar dat bleek een leuke binnenstad te hebben. Helaas was het ruim 34 graden en echt veel te warm om uitgebreid rond te gaan lopen. Het was zelfs te heet voor mijn telefoon om foto’s te maken. Ik kreeg een melding te zien dat ik moest wachten met fotograferen tot het afgekoeld zou zijn. Dat heb ik nog nooit eerder gezien op mijn telefoon!

Een kleine impressie