Buurvrouw

Vanmorgen werd ik gewekt door getimmer. Ik draaide me om en mopperde in mij zelf dat ik iedere dag wel ergens wakker door wordt gemaakt. Ik woon tegenover een grote supermarkt en iedere ochtend komen er vrachtwagens vol hun lading lossen. Daar wordt ik, als ik geen wekker hoef te zetten, dagelijks door gewekt.

Vandaag hoorde ik timmeren. Al een week of 4 zijn er hier mensen aan het werk aan het dak, dus ik dacht die zijn ook al vroeg bezig. Het getimmer hield aan en leek het nu dat ze ook nog naar elkaar zaten te roepen? Ik ging eens rechtop zitten, keek op mijn telefoon, kwart over 5? Dat zijn geen werklui. Ik spitste mijn oren tot ik weer een geluid hoorde. Gekreun, geroep. Help, help mij… Een paar maal hoorde ik dat. Ik besloot mijn joggingbroek en trui aan te trekken en met mijn sleutel en telefoon in de hand ging ik op onderzoek uit.

Het geroep kwam uit het huis naast mij, ik riep door de dichte voordeur naar de buurvrouw. Gelukkig hoorde ze mij. Ze was gevallen en kon niet opstaan. Ik zei haar te wachten en dat ik thuis hulp zou bellen. Ik wist niet anders dan 112 te bellen, politie en ambulance zouden er aan komen. Toen ik bij de voordeur van buurvrouw terug kwam, stond hij open. Ze had hem toch open weten te krijgen en lag zelf achter de deur.

Wie bent u? , vroeg ze toen ik haar inspecteerde op breuken of wonden. Ik ben de buurvrouw zei ik. Goh dat we elkaar nou zo voor het eerst moeten ontmoeten, antwoordde ze.

Buurvrouw is dementerend, dat werd mij op de eerste dag al direct verteld door medebewoners hier. Met de mededeling dat ze bezig waren haar hier weg te krijgen en dat ik haar vooral niet binnen moest laten, want dan zou ik nooit meer van haar af komen.Lekker aardig dacht ik toen.

Op de eerste ochtend in mijn nieuwe woning zat ik op het balkon met een bak koffie in het ochtend zonnetje. De buurvrouw, Nel heet ze, kwam ook buiten en vroeg of ik lekker geslapen had. Niet zo best zei ik omdat ik hier nieuw ben komen wonen en ik allemaal nieuwe geluiden hoorde. Nou dat is ook toevallig, zei ze. Ik ben hier gisteren ook komen wonen en ik ken hier heg noch steg. Ik hoop dat iemand mij weg wijs komt maken vandaag……

Aan mijn deur is Nel nooit geweest maar ik kom haar regelmatig tegen. Zoekend naar iets of iemand. De hele dag door gaat ze naar de centrale hal beneden op zoek naar de krant, de post, een praatje. Het is een vriendelijk vrouw.Soms loop ik vanaf de winkels met haar naar huis. Bij mijn deur zegt ze steevast, oh woont u hier! Dan zijn we buren en ze stelt zich weer voor.

Al wachtend op de ambulance en politie maakte ik wat te drinken voor haar. Ze vroeg mij het nummer van Marcel te zoeken, haar zoon. Op de eettafel zag ik een map van de thuiszorg liggen. Daarnaast allerlei geschreven briefjes.” Ik ben zo verdrietig”. “Allemaal herinneringen”. “Ik weet het niet meer”. “Ik huil alleen maar”. “Alleen maar tranen”………..

De ambulance kwam en de broeders onderzochten haar. Er leek niets aan de hand. Alleen haar hoofd deed pijn, misschien was ze tegen een deurpost gevallen of met haar hoofd op de grond. Ze was incontinent en ik ging op zoek naar schoon ondergoed en een pyama en hielp haar in droge kleding. Met een van de broeders hielp ik haar weer in het schijnbaar nog onbeslapen bed. De ander belde zoon Marcel om hem te informeren. Buurvrouw Nel lag met rode wangen van alle spanning in haar bed. Ze vertelde dat ze net naar bed ging toen ze gevallen was, hoelang dat geleden was wist ze niet.

Toen we haar gerust hadden gesteld en de broeder haar lekker had ingestopt[ oh wat is dat lang geleden zei ze nog…] deden we de lichten uit, wensten haar welterusten en trokken de deur dicht.

Wat een getob toch als je zo oud moet worden, zei ik tegen de broeders. Zeker zeiden ze, maar zo zie je maar dat het gezegde blijft gelden:

“Beter een goede buur dan een verre vriend”. Ik ben blij dat ik die goede buur even kon zijn.