Nachtschone

Nachtschone,Mirabelis Jalapa,wonderbloem, Kembang pukul empat. Zoveel mooie namen voor een niet erg bekende bloem!

De bloemen gaan in de namiddag pas open en geven dan een heerlijke geur. Vandaar de naam Nachtschone of Vier uur klokje, de vertaling van de Indonesische naam.

Nachtschone zaaien

De Mirabilis Jalapa zaait zichzelf uit bij zachte winters.Anders zaai je hem binnen in april en plant je in in mei uit. Je plant hem het beste op een plek waar je ook zit, vanwege de geur. Zet hem langs het terras of in een pot op je terras. In juli verschijnen de eerste bloemen en de plant bloeit tot in oktober. Veel nachtvlinders worden door de geurende bloemen aangetrokken.

Van nature groeit de plant in Peru. Al in 1596 kwam de Mirabilis naar Europa. Vandaar brachten de handelsschepen ze naar tropische gebieden, waar ze als vaste plant groeien.

De plant is snelgroeiend, sterk vertakkend en 60 tot 90 cm hoog. De kleur varieert van karmijnrood naar geel en wit.In mijn mengsel zie ik jammer genoeg geen wit.

Kleuren

De naam wonderbloem dankt de Mirabilis aan het feit dat de plant in warmere landen makkelijk onderling kruist en dus het volgende seizoen verschillende kleuren kan tonen.Op de foto hieronder en hierboven kun je dat goed zien.

Elke middag een nieuwe bloem en elke bloem geeft een erwtgroot zwart zaadje. Meer dan genoeg zaad dus om het nieuwe jaar volop bloemen te kweken! Daarbij vormt de plant een knol in de grond, die in het najaar gerooid en bewaard kan worden, zoals de dahliaknol. Ik heb hem zelf al twee jaar niet voorgezaaid, hij komt gewoon terug op de plek waar hij het vorig jaar ook stond.

In Zuid-Frankrijk is de plant in elk stadje en dorpje te zien (en ’s avonds te ruiken!). In deze coronatijd zonder vakantie naar het buitenland heb je dan toch een beetje een vakantiegevoel als op je eigen terras op zwoele zomeravonden je eigen Mirabilis ruikt!

bron:https://enschede.groei.nl/index.php?id=32995

In de hoofdrol: Zinnia Elegans

Zinnia is een van mijn meest favoriete planten in de tuin. Ieder jaar heb ik ze wel her en der staan. Dit jaar heb ik Zinnia lilliput , een laagblijvende soort en de hoge soort uit eigen zaden.

In het voorjaar vanaf april zaai je de zinnia voor in de kas of onder glas en van mei-juni plant je ze uit in de tuin. Ik heb dit jaar gewacht tot ze al een beetje flink waren, want mijn ervaring van voorgaande jaren is dat slakken ze ook erg lekker vinden. Inmiddels staan ze volop in bloei en heb ik al een paar keer bosjes mee naar huis genomen.Ze worden veel bevlogen door bijen.

Hoge en lage soort zinnia

De hoge soort tiert niet zo dit jaar, ik denk dat hij teveel in de schaduw staat of dat de zaden misschien niet zo goed meer waren.Ik had ze nog bewaard van vorig jaar .Het waren al zaden van mijn eigen bloemen uit 2018.

De lilliput soort kan eigenlijk niet goed geplukt worden, deze is zo compact van groei. De planten zijn plm 40 cm hoog nu en bomvol bloemen,mar op korte steeltjes. Alhoewel het een zakje zaden met gemengde kleuren zou moeten zijn,hebben op 1 roze bloeiende na, alle planten oranje-rode dubbele bloemen.Wel erg mooi.Kijk en geniet mee.

Zinnia Elegans
Zinnia Elegans
zinnia
Zinnia in 2018

Zaden bewaren

Kijk bij goed droog weer, eens tussen de Zinnia‘s. De uitgebloeide bloemen kun je nu afknippen. Om te drogen spreid je ze uit op een krant oid in een warme ruimte.Zelf doe ik dat in mijn kas.

Vanaf de onderste verdorde bloemblaadjes tot aan de punt van het bolletje, daarin zitten de zaadjes, trek maar eens een van de bloemblaadjes voorzichtig uit, dan zie je onderaan het zaadje.Zelf droog ik de hele bloem. In het voorjaar wrijf ik ze tussen mijn handen. De grove resten haal ik eruit.Ik ben te ongeduldig om het kaf van de zaden te gaan uitpluizen.Ik bewaar gewoon het kaf en de zaden en strooi alles in het voorjaar in een zaaibak. De plantjes komen vanzelf op, die vinden hun weg wel….Noem het de luie tuinvrouwenzaaimethode….

Blauwe zeedistel

Vorig jaar zomer reden we binnendoor vanuit den Haag terug richting Rotterdam.We stopten bij het strand van Monster en lunchten daar op een heerlijk terras met uitzicht op zee.Terug naar de auto vielen mij naast het pad distels op met een aparte kleur.Ze waren mooi blauw/lilagrijs met een blauw/paarse bloem.Heel apart! Ik had geen idee wat de naam van de distel was.We raakten nog in gesprek met iemand die de hond aan het uitlaten was, maar zij kon het ons ook niet vertellen.Ik plukte er 1 af met het idee die te gaan fotograferen.De foto’s die ik ter plekke nam met mijn telefoon, zijn helaas niet goed gelukt.

Thuis gekomen ging ik op zoek naar de naam.In eerste instantie vond ik dat het een beschermde plant zou zijn.Hierdoor voelde ik mij wel schuldig, want ik had hem geplukt.Weliswaar 1 takje,maar toch. Later ontdekte ik dat de status beschermd gold tot 2017. Gelukkig maar…..Toch bewaar ik hem: de distel ligt ,inmiddels gedroogd, in een glazen pot.

Onlangs maakte ik er foto’s van met mijn macrolens.Als je op de link klikt kom je op de site van Wilde bloemen in Nederland en zie je kleurenfoto’s

Informatie van de site Flora van Nederland [ https://www.floravannederland.nl/planten/blauwe_zeedistelBlauwe zeedistel, Eryngium maritimum L., hoort tot de Schermbloemenfamilie. Blauwe zeedistel stond tot 2017 op de Rode lijst als kwetsbaar (categorie 3) en mocht dus niet geplukt of verwijderd worden. De plant is uitstekend aangepast aan het droge, winderige milieu waar ze voorkomt, namelijk de kuststreek, waar ze te vinden is in de duinen, langs de zeereep. Maar ook op omgewerkte grond bij bebouwing langs de kust kun je de soort vinden. De plant komt van nature voor in Europa en is vrij algemeen in onze kuststreek en zeer zeldzaam op de Zeeuwse Eilanden en langs het IJsselmeer.

De van blauwgroene, naar boven toe blauw-aangelopen plant wordt 30-60 cm hoog. De bladeren zijn voorzien van een waslaagje en zijn stekelig getand. De ronde wortelbladeren zijn drie- tot vijflobbig.

De Blauwe zeedistel bloeit van juni tot augustus en de blauwachtige of witte bloemen staan in schermen, die er hoofdjesachtig uit zien. Per plant komen een tot vier soms tot negen hoofdjes voor. Het omwindsel bestaat uit schutbladeren die drie lange tanden hebben. De kelkbladen zijn 4-5 mm lang en langer dan de kroonbladen. De helmdraden zijn diepblauw.

De vrucht is een tweedelige, 5-7 mm lange splitvrucht met eenzadige dopvruchtjes. De vruchten zijn bedekt met smalle, spitse schubben.

Als nectarplant is de Blauwe zeedistel in trek bij een aantal dagvlinders zoals de Dagpauwenoog.

Ga je dus nog eens naar het strand, let eens op of je deze prachtige distels tegenkomt…….