Vandaag het laatste stukje van museum huis van Gijn. In het vorig blog liet ik de begane grond en de eerste etage zien.Nu is de beurt aan de verdiepingen daarboven. Ik heb op de tweede etage en de zolder nog wel de meeste tijd door gebracht.
Een van de lezers die reageerde op het vorig blog was Melodyk, die vroeg of ik er ook zo hebberig van werd van al die pracht en praal maar er tegelijkertijd de rillingen van krijgt als je je probeert voor te stellen hoe zwaar het leven toen was.Hebberig wordt ik er niet van maar ik kijk mijn ogen wel uit. Tegelijkertijd denk ik dat als ik destijds geleefd had ik dus degene geweest zou zijn die met emmers water die trappen op liep te zeulen als meneer of mevrouw in bad wilde gaan. Of degene die met zwarte vingers al dat koper zat te poetsen of op de knieën de vloeren zat te boenen………Geboren als een dubbeltje dan wordt je nooit een kwartje is toch zo’n gezegde☺
Maar goed die meneer van Gijn werkte misschien ook hard naar zijn maatstaven.
Bedienden
Op de tweede etage waren de vertrekken van de bedienden, twee dienstbode kamertjes, een berghok en verder open zolder.In de kamertjes van de dienstbodes stond afgedankt meubilair. Het was de enige plek waar zij zich terug konden trekken. In de winter was het er erg koud want er was geen kachel.
Toen het huis museum werd, zijn er meerdere ruimtes gemaakt om de diverse collecties tentoon te stellen.
Eind 19-e eeuw werd hier de was verwerkt en werden niet -dagelijkse spullen hier opgeslagen.De was werd niet hier gedaan maar werd uitbesteed. Toch maakten de dienstmeisjes lange dagen.In vitrine kasten lag allerlei linnengoed. Wat ik wel grappig vond om te zien waren de verschillende doeken voor bv het glas, het toilet, het zilver, de ramen, het stoffen, het strijken. Maar ook kommendoeken, doktersdoeken, fonteindoeken. En op al die doeken stond de naam waarvoor ze gebruikt werden.
Ik denk dat ik opeens een verklaring gevonden heb waarom ik ook altijd voor alles aparte doeken gebruik. Ik ben in een eerder leven vast echt dienstbode geweest en de gewoonte van die doeken is met mij mee gekomen naar de huidige tijd. Ik gebruik ook oude theedoeken en stoffen luiers van vroeger als doek om bv het toilet en tegeltjes mee na te drogen, de randen van de ramen te drogen als ik ze zeem etc. Ik heb geen doeken voor iedere handeling maar ik zal nooit de doek die ik voor het toilet heb, gebruiken voor iets anders, dat zijn vaste doekjes.
Een van de kamers op de tweede verdieping was een kleedruimte. Hier hingen allerlei kledingstukken met bijpassende accessoires.Je mocht ze aantrekken om jezelf op de foto te zetten. Er was net een jong Duits stel wat zich had verkleed en toen ik in mijn beste Duits zei dat het hen prachtig stond, gingen ze er helemaal voor staan en mocht ik ze op de foto zetten
Speelgoedzolder
Op zolder staat een van de grootste collecties oud speelgoed. Voor een deel is deze bijeen gebracht door de Vereniging Oud Dordrecht.Het is een gevarieerde collectie met poppenhuizen, winkeltjes, tinnen figuren etc.Poppenhuizen waren destijds niet als speelgoed voor kinderen bedoeld maar rijke dames richtten voor hun plezier deze huizen in met miniaturen gemaakt door echte meubelmakers, zilversmeden en andere vaklieden.
De jonge prinses Juliana, geboren in 1909 stond model voor deze pop uit 1912. De kop is van ongeglazuurd porselein ofwel biscuit.
Ik keek mijn ogen uit hier op zolder.Ik hou hier wel van. Het deed mij denken aan mijn oud tante Fijgh, de ongetrouwde zus van mijn opa, die altijd in het ouderlijk huis tegenover mijn opa en oma bleef wonen. Als kinderen gingen we vaak bij haar spelen, met het antieke speelgoed wat zij nog had van de 13 broers en zussen van mijn opa. Veel leek op het speelgoed wat ik hier op zolder terug zag. Haar collectie is geschonken aan de Historische vereniging van Barendrecht en wordt tentoongesteld in museum D’Ouwe school in Barendrecht. Ik moet daar ook snel eens heen.
Tot zover de blogs over het Huis van Gijn. Ik vond het de moeite waard om het te zien!