Vaartocht in de Biesbosch

Gisterenavond gingen we met een fluisterboot in de Sliedrechtse Biesbosch varen. Het was een prachtige avond met mooie vergezichten, ondergaande zon, reigers in bomen en mooie rietkragen.We gingen met zon en blauwe lucht weg en langzaam ging de zon onder tot we met donker weer terug kwamen Omdat dit een verrassing was, had ik geen camera bij mij. Jammer, maar gelukkig kun je met de telefoon ook aardige foto’s maken. Ik wil ze jullie daarom laten zien in dit blogje.

[metaslider id=”13402″]

Bijzondere natuur

Onderweg werden we gewezen op bijzondere dingen. We zagen bijvoorbeeld ijsvogels, helaas heb ik ze niet kunnen vastleggen. We zagen het nest van de Visarenden. Inmiddels is het nest sinds drie weken verlaten en zijn de vogels naar Zambia vertrokken om te overwinteren. Ieder voorjaar keren ze terug op hetzelfde nest, nu al vijf jaar achtereen. In het midden van de foto zie je het nest in de top van de boom.

We hoopten bevers te zien, maar dat is niet gelukt, wel zagen we de plaatsen waar ze het water ingaan, de zgn beverglijbanen. De burchten kun je nu niet zien door de begroeiing, pas als al het blad weg is, zie je die liggen

Recreanten

In de zomer is dit gebied erg druk met recreanten, mensen uit de omgeving trekken massaal met hun bootjes op vrijdag het gebied in en komen er zondagavond weer uit. Je ziet dan ook veel aanlegsteigers. Wel lekkere plekjes hoor, maar niet als je er 3 rijen dik ligt….

Bijen en springbalsemien

De springbalsemienen bloeien volop langs de oevers. Staatsbosbeheer heeft in de Biesbosch een vergunningensysteem voor imkers waardoor men precies weet hoeveel kasten er zijn en hoeveel bijen er ongeveer rondvliegen. Maar daarbuiten is geen overzicht.

Veel, ik las honderden, imkers, zelfs uit Duitsland en België zetten nu hun kasten daar net buiten het gebied van Staatsbosbeheer, waardoor de wilde bijen verdrongen worden en er niet voldoende nectar overblijft voor hen.

Die honingbijen stoppen natuurlijk niet bij het bordje ‘Biesbosch'”. Bijen vliegen 3 kilometer vanaf hun kast uit. Zeldzame wilde bijen moeten het zonder kasten doen.

Wilde bijen zoals de zandbij, de boshommel, de grote kegelbij worden bedreigd. Sommige komen nergens anders in Nederland voor en zijn echt ernstig bedreigd.

Overigens wordt de springbalsemien in de EU sinds enige jaren beschouwd als een invasieve soort, die de inheemse planten verdringt……

Alles heeft zijn tijd

Alles heeft zijn tijd: Relaxen op een fluisterboot met een glaasje witte wijn of lekker in de je bootje zitten vissen……Ik heb erg genoten van deze boottocht.Prachtig gebied en gisterenavond zo stil, het enige wat je hoorde waren de geluiden van de [ water]vogels……..

Nevel ontstaat net boven het water

Stadsreus

Ooit woonde in Rotterdam een reus, hij heette Rigardus Rijnhout en overleed een jaar voordat ik geboren werd, in 1959. Hij was 2 meter 37 lang door een groeistoornis en was een bezienswaardigheid in Rotterdam.Hij verdiende de kost als levende reclamezuil.Alhoewel er zelfs een standbeeld van hem staat in het Oude Westen van Rotterdam schrijf ik niet over deze stadsreus . Door op de link te klikken kun je wel het verhaal lezen van de reus van Rotterdam, [de afbeelding hieronder komt van die website.]

Rigardus Rijnhout

Stadsreus in de vlinderstruik

Zaterdagmorgen vroeg ging ik snel even komkommers plukken voor het zoetzuur bij de Roti die ik voor de hele familie maakte omdat onze kleinzoon jarig was. Ik liep langs de vlinderstruik of ik daar nog een vlinder zag, maar nee. Het was bewolkt en wat nevelig. Geen vlinder te bekennen in de tuin.Afgelopen week zag ik een klein blauw vlindertje maar had toen geen telefoon of camera bij mij. Ik hoop steeds hem weer te zien………

Mijn oog viel wel op een groot insect op een bloem. Stapje voor stapje ging ik dichterbij, hij bleef lang zitten totdat hij floep, weg was.De foto’s maakte ik met mijn telefoon.

Zweefvlieg

De stadsreus wordt groter dan de meeste andere soorten zweefvliegen en kan een lengte van 2,5 centimeter bereiken. Hij leeft zoals alle zweefvliegen van nectar en stuifmeel. Het dier kan niet steken, maar lijkt door grootte en kleuren op de wel van een angel voorziene hoornaar (Vespa crabro). Deze voordeel biedende gelijkenis met andere een soort wordt mimicry genoemd. Andere zweefvliegen lijken door een zwart-gele bandering meer op kleinere soorten wespen, of door een dichte beharing meer op hommels. Belangrijke verschillen zijn de slanke ‘wespentaille’ die zweefvliegen niet hebben en de schichtige vliegbewegingen. Een echte hoornaar vliegt zigzaggend en vloeiender. Ook zijn de ogen van een wesp meer langwerpig van vorm, en die van de zweefvlieg bijna rond. De stadsreus heeft een geel achterlijf met dunne zwarte dwarsstrepen, een bruinoranje glanzend borststuk en een gele kop.

Larve van de stadsreus

De ontwikkeling van de larve is anders dan bij de meeste zweefvliegenlarven. Die eten bladluizen, maar de larve van de stadsreus leeft op de bodem van een bewoond wespennest. Hier voedt hij zich voornamelijk met afval, zoals dode wespenlarven en stervende wespen, en richt er dus geen schade aan. Hoe de weerloze zweefvlieg in staat is om zonder herkend en gedood te worden het wespennest binnen te dringen om eitjes te leggen is niet bekend. Ook de zich na een paar dagen ontwikkelende larven lopen geen gevaar. Ze overwinteren in het inmiddels door de wespen verlaten nest. De volgende zomer verpoppen ze tot een nieuwe generatie stadsreuzen.

Leefgebied

De stadsreus komt voor in centraal en zuidelijk Europa, noordelijk Afrika en Azië inclusief Japan. In Nederland en België is de soort niet overal algemeen. Hij heeft een voorkeur voor een stedelijke omgeving, vandaar de naam. Het dier was in de twintigste eeuw in de Lage Landen nog zeldzaam, maar tegelijk met het warmer worden van de zomers wordt hij steeds vaker gezien. Ook in onze tuin dus, ondanks de dit jaar, niet zo warme zomer!

gebruikte bron: Wikipedia

Vlinders, libelles en juffers

Vrolijk word ik ervan, al die vlinders in de tuin. In andere jaren zag ik er niet zoveel tegelijk als dit jaar. Alhoewel ze laat waren, wordt het nu ruimschoots goedgemaakt.

Heel veel verschillende soorten zie ik jammer genoeg ook weer niet. Geen koninginnepages of andere bijzondere soorten. Maar atalanta’s en dagpauwogen in overvloed. Waar we vorige jaren veel koolwitjes zagen zijn die er dit jaar weer minder.Maar ja alle kolen, die zij als waardplant gebruiken, zijn bij ons dan ook opgegeten door slakken….

Vlindertelling

Een paar weken terug deed ik mee met de vlindertelling van de Vlinderstichting. In hun nieuwsbrief las ik dat er 10000 tellingen gedaan zijn. Vlinder met stip op 1 is de atalanta geworden. Ook in mijn tuin zag ik die het meest op die dag.

Bomvolle vlinderstruiken, overal gefladder, alles in bloei. Dat beeld domineerde de tweede helft van de tuinvlindertelling. “Dat leidt tot veel positieve geluiden, maar 30 jaar geleden was dit eigenlijk heel normaal”, aldus De Vlinderstichting. De afgelopen 10 jaar was het aantal vlinders verontrustend laag. Met name de droogte van de afgelopen jaren was desastreus. Het koele natte voorjaar van 2021 heeft het tij een beetje doen keren. De rupsen hadden door alle regen veel te eten. En dat zien we in de zomer terug  in de vlinderstand: verschillende soorten zijn na jaren eindelijk weer eens op het niveau van 30 jaar geleden. De citroenvlinder, de atalanta en de dagpauwoog bijvoorbeeld.





 

Dat is dan iets positiefs aan al die nattigheid.Een vrolijk gezicht al die vlinders in de tuin! Op de vlinderstruik telde ik vanmorgen 10 vlinders tegelijk, dat is echt lang gelden dat ik er zoveel tegelijk zag. In tegenstelling tot zondag zaten er vandaag alleen maar dagpauwogen, zondag waren de meeste vlinders atalanta’s. Gek hè !

Jammer is wel dat de vlinderstruik zo hoog is, de bloemen zitten ook hoog. Ik moest op een opstapje gaan staan om ze nog enigszins goed op de foto te zetten. De struik staat op de grond van de buurman anders was hij allang gesnoeid☺ De vlinderstruik bloeit op eenjarig hout, voor een mooie groeiwijze en een rijke bloei is het aan te raden de vlinderstruik elk voorjaar (maart) sterk terug te snoeien. Je kunt alle takken vlak boven de grond of tot 30 centimeter afzagen, het liefst vlak boven een zijscheutje. Hieruit ontspringen nieuwe twijgen die hetzelfde jaar alweer zullen bloeien.Snoei je de struik niet dan zullen de bloemen steeds hoger in de struik zitten.

Libelles en juffers

Ik zie ook heel veel libelles vliegen met van die dubbele vleugels. Ze zijn lastig op de foto te zetten want ze vliegen zo snel heen en weer zonder al te lang ergens te gaan zitten.

Zwervende heidelibel

De houtpantserjuffer op de foto hieronder ging precies voor mijn neus aan het varenblad wat boven de vijver hangt, hangen. Snel de camera erbij en weg was ze weer……

Volgend blog zal weer over de moestuin gaan…..