Belgen?

Om nog even door te gaan met een stukje geschiedenisles, vandaag speciaal voor de vele Belgische lezers onder jullie:

Op 4 augustus 1914 viel het Duitse Leger België binnen. Tijdens de maanden erna werden door de Duitse legers in totaal 5.500 Belgische burgers vermoord of standrechtelijk geëxecuteerd. Daarbij werd ook steeds het dorp of de stad waar deze slachtoffers woonden verwoest en in brand gestoken. Een massale vluchtelingenstroom kwam op gang, een miljoen Belgen ging de grens over naar Nederland.

Dit waren zowel burgers die vreesden voor het oorlogsgeweld en de wreedheden van de Duitsers als militairen gedeserteerd of van hun legereenheid afgesneden. Maar ook Belgische gedetineerden kwamen de grens over.

Deze gedetineerden kwamen uit de Belgische zuster-kolonie van Merksplas. Hun bewakers waren gevlucht. Maar waar moesten zij naar toe? Zij hadden evenmin zin de komst van de Duitsers af te wachten en trokken naar de grens. Wie zich ordentelijk meldde bij de Nederlandse grens kreeg vervoer naar een nieuw onderkomen met verpleging. Tweeduizend man kwam naar de kolonie Veenhuizen.”

De Belgen hadden het gedurende de Eerste Wereldoorlog niet gemakkelijk in de Drentse kolonie. Ze mochten niet werken en hingen noodgedwongen hele dagen rond. Timmerman: “Ze probeerden als tijdverdrijf en ter aanvulling van het menu in de grachten van Veenhuizen te vissen maar kregen het aan de stok met de plaatselijke hengelvereniging. En omdat Walen en Vlamingen samen waren ondergebracht waren vechtpartijen aan de orde van de dag.”

Toen duidelijk werd dat in België de rust enigszins weerkeerde gingen veel vluchtelingen terug naar huis. Ook de opvang in Veenhuizen stroomde leeg. De meeste Belgen waren in 1916 al lang weer thuis. Negen Belgische vluchtelingen bleven definitief in Veenhuizen.Zij stierven tijdens hun verblijf en werden in Veenhuizer koloniegrond begraven. Op de begraafplaats van Veenhuizen die ook wel het Vierde Gesticht wordt genoemd, liggen acht Belgen in door de katholieke kerk gewijde grond begraven. De begraafplaats ligt buiten het dorp op een soort heuvel[ foto onder]

De negende vluchteling was een zelfmoordenaar en die ligt helemaal achterin, in vak D, in de ongewijde aarde.Als je zelfmoord pleegt kom je dus volgens de Roomse leer niet in de hemel, omdat je je niet aan voorschriften hebt gehouden.[ bron Kees Timmerman, interview RTV Drenthe]

Ook in België is nog steeds een kolonie van Weldadigheid, nl in Wortel. Net als de Nederlandse koloniën vallen zij onder het Werelderfgoed van Unesco.

Tot slot

Tijdens de rondrit met de boevenbus, zagen we een aantal plekken waar we graag foto’s van wilden maken. We gingen daarom later zelf terug. Naar beide kerken bijvoorbeeld, de namen op de huizen. Ook hadden we gehoord over een Joodse begraafplaats, die we graag wilden bezoeken. Nou dat lukte niet, het was te modderig en nat en hekken waren afgesloten en we zagen het niet zitten daar overheen te klimmen. In de verte moest de begraafplaats liggen.

Nog wat sfeerbeelden

Tot slot, zo zou een cel er nu ongeveer uit moeten zien:

Geen Drenthe zonder hunebedden

Vlakbij Veenhuizen moest ook een hunebed liggen. Dus als je er toch bent, kun je niet naar huis zonder die bezocht te hebben. Nou was het een hunebedje, niet heel groot. Maar toch leuk te zien. Zoals jullie weten is een hunebed een grafmonument.Het verbaasde ons daarom enigszins dat er aan de boom ernaast een schommel hing.

Dit prehistorische graf is gebouwd met zwerfkeien door mensen van de Trechterbekercultuur en dateren van plm 3400 v Chr tot 3100 v Chr.

En zo ben ik aan het eind van de reeks blogs over ons Weekend in Drenthe, in een vakantiehuis bij het gevangenismuseum Veenhuizen. Ik kan iedereen de vakantiewoning aanbevelen!

We hebben genoten van het landschap en met veel interesse rondgelopen in Veenhuizen, in het museum en in de voormalige gevangenis. Het is zeer de moeite gebleken om nog een keer terug te gaan!

Ik eindig met een foto van een wijds uitzicht, wat wij hier in de omgeving van Rotterdam niet echt meer hebben.

Veenhuizen

Vorig weekend waren wij dus in Veenhuizen in Drenthe. Veel van jullie hebben misschien de vorige blogs niet gezien omdat je geen mail kreeg met de melding van een nieuw blog van mij. Na avonden zoeken ben ik er geloof ik achter. Ik wacht het maar weer af…..

Eerder schreef ik de blogs Drenthe en Gevangenismuseum en Rode Pannen. Mocht je die gemist hebben en je wilt ze nog even bekijken, kun je op de links[ de titels] klikken.

De tweede dag van ons bezoek gingen we mee met een rondrit door het dorp Veenhuizen met de Boevenbus

Veenhuizen

Veenhuizen is een bijzonder dorp. Na het vertrek van Napoleon en het einde van de Franse overheersing, wilden de Koloniën van Weldadigheid aan arme gezinnen een toekomst bieden door middel van arbeid. Door gebrek aan inkomsten kwamen er later bedelaars en landlopers.In Veenhuizen kwam een wezengesticht en daarna nog twee bedelaarsgestichten.

Ieder gebouw leverde onderdak aan gemiddeld 1200 verpleegden, zoals men hen noemde. Ze werden ondergebracht in slaapzalen van 80 mensen, die overdag werden omgebouwd tot werk- en eetzalen. Zoals je op de foto kunt zien, sliepen de mensen in hangmatten, die werden overdag omhoog gedaan en dan kon men eronder eten en werken. Het moet er enorm gestonken hebben lijkt mij☻

Van de drie gestichten is het Tweede Gesticht bewaard gebleven. Het Eerste Gesticht heeft plaatsgemaakt voor een gevangenisgebouw, het Derde Gesticht raakte in verval en is rond 1925 afgebroken en omgezet in landbouwgrond. De contouren van het Derde Gesticht worden door middel van bloemenstroken aangegeven.Het tweede gesticht is het huidige gevangenismuseum.

Hiërarchie en namen

Het dorp heeft maar plm 1250 inwoners. Wat opvalt zijn de lange wegen waaraan her en der huizen staan met namen. Wij reden met de “boevenbus” mee en de gids vertelde dat de namen op de huizen vooral ter inspiratie dienden van alle mensen die er te werk gesteld werden.

Huis met de naam Ruimzicht, als je in dit huis woonde, stond je al hoger op de lat…

Arbeid is Zegen:

Ik zag ook opschriften zoals Orde en Tucht en Werk en Bid.

Er was ook een enorme hiërarchie. Je kon het zelfs aan de luiken voor de huisjes zien. Dichte luiken was de laagste stand, had je Louvre latjes in de luiken, dan was je weer wat hoger.Hoe belangrijker je was, hoe groter je huis. De meest belangrijke personen zoals de directeur hadden “recht” op een Rode Beuk in de tuin. Was de tuin voor het huis te smal, dan werd de beuk tegenover het huis aan de rand van het bos geplant, de overtuin genaamd. Het is nu natuurlijk winter en de bladeren zijn van de bomen af, maar hier staat zo’n beuk in de voormalige directiewoning[ als ik het goed onthouden heb]

Kerken

Het dorp telt twee kerken, die van de Katholieken is niet meer in gebruik. De pastorie ernaast staat leeg.In deze kerk schijnt een hele mooie muurschildering te zijn, die gemaakt is door een van de gedetineerden

Bijzonder in de gewelfde apsis (priesterkoor) is de schildering van Christus’ Hemelvaart. Omdat de Haagse reclameschilder Adolf Gantzert in de oorlog geen beste was geweest, werd hij voor vijf jaar naar Veenhuizen gestuurd. Hij wist de pastoor te overtuigen van zijn gaven en mocht het gewelf vullen. Het is een geslaagd werkstuk geworden uit de jaren 1946 en ’47, met een Christusfiguur, twee engelen en elf apostelen (Judas was inmiddels afgevoerd). Maar er stond nog een figuur op in het linkse segment. Wat stelde de rechtse en in de kruisgang onbekende figuur met bedelstaf voor?
In het begin van de 21e eeuw kwam de oplossing van een van Gantzerts kleindochters, die het familieverbod – geen contact met ‘hem’ – doorbrak en eens in Veenhuizen kwam kijken naar wat opa zou hebben geschilderd. Het werd een emotionele ontmoeting en ontdekking: ‘Dat is opa!’.

Later bleek een van de engelen oma te zijn☺

De Tweede kerk in Veenhuizen is de Koepelkerk, aan de overkant van de straat.

De Koepelkerk werd omstreeks 1826 gebouwd als waterstaatskerk (naar voorbeeld van de Koepelkerk te Smilde). De kerk was bestemd voor de Hervormde bewoners van de kolonie van de Maatschappij van Weldadigheid in Veenhuizen.

De kerk is uniek vanwege haar achtkantige koepel. Deze kerk is nog steeds als kerk in gebruik.

Bijzonder om te zien zijn de urinoirs aan de zijkant van de kerk

De gids vertelde dat ten tijde van de Koloniën van Weldadigheid iedereen verplicht naar een van de twee kerken moest. Ze kwamen te voet en het was best een eind lopen, dus als eenmaal de dienst was begonnen moest de een na de ander plassen en dat was de directeur zo zat, dat hij buiten urinoirs liet bouwen, zodat iedereen eerst kon plassen voordat de dienst begon.

Nadat de moderne verzorgingsstaat kwam, met werkloosheidsuitkeringen en gezondheidszorg voor iedereen, was armoedebestrijding met het systeem van landbouwkoloniën niet langer nodig. Na 1953 werden er geen nieuwe kolonisten meer naar Veenhuizen gestuurd. De gestichten werden geleidelijk in gebruik genomen als gevangenissen.

Sinds 1970 leven er in Veenhuizen geen ‘verpleegden’ meer. Het dorp telt echter nog steeds drie strafinrichtingen, waarin in totaal ruim 1.000 gedetineerden vastzitten. Veenhuizen is pas sinds 1981 vrij toegankelijk. Daarvoor mochten – naast de gevangenen – alleen het gevangenispersoneel en hun gezin het dorp in. Wie met pensioen ging of een baan buiten Veenhuizen vond, moest verhuizen. De kenmerkende gebouwen in Veenhuizen worden tegenwoordig meer en meer bewoond door burgers die niets van doen hebben met justitie.

Vanuit het zijraam van ons vakantiehuis keken wij naar de gevangenis Norgerhaven die nog steeds in gebruik is als gevangenis. De bomen belemmerden het zicht wat, maar de gevangenis staat daar achter.

De foto hieronder nam ik vanuit de Boevenbus:

gebruikte bronnen Wikipedia, Dienst Justitiële Inrichtingen

Rode pannen

We hadden ons opgegeven mee te gaan met een excursie naar de Rode Pannen.

Deze voormalige gevangenis staat naast het Gevangenismuseum. Het gebouw werd gebruikt om gedetineerden die in andere gevangenissen niet te handhaven waren door o.a. extreem agressief gedrag, tijdelijk als strafmaatregel daar op te sluiten. Het regime was zeer streng, waardoor de gedetineerde zich na de straf in de Rode Pannen nog wel een keer bedacht om in herhaling te vallen.De man die de excursie gaf wist er veel over te vertellen, de jaartallen waarin iets gebeurde vlogen ons om de oren. Om de andere zin zei hij steeds: Triest maar waar. Op den duur ging dat een beetje op je lachspieren werken☺

De dubbele sluis waardoor je naar binnen kan:

De oorspronkelijke gevangenis is een klein cellengebouw met rode dakpannen, gebouwd in 1860. Later werd nog een dienstwoning gebouwd. In 1939-1940 werd daar achter een gevangenis gebouwd en deed het eerste gebouw geen dienst meer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers het oa. om opgepakte verzetsstrijders op te sluiten.Je ziet het op de foto hieronder, achter elk stalraampje was een cel.

De later gebouwde gevangenis was het gebouw wat wij met de excursie bezochten. Deze heeft 46 cellen, waarvan 6 voor tweepersoonsgebruik. De gevangenis beschikt over speciale strafcellen met een afzonderlijke luchtkooi.Als je via de sluis binnen komt, voel je meteen de beklemmende sfeer. Het is alsof het nog steeds in gebruik is en alsof je zo een gedetineerde zou kunnen zien als je achter het gordijntje door het luikje kijkt.

Isoleercel

We keken in cellen, op de luchtplaats en in een isoleercel. Die zie je hieronder:

Dat laatste herkenden we vanuit de tijd dat wij in een psychiatrische inrichting werkten, in de jaren 80. De isoleercellen daar zagen er hetzelfde uit. Alleen een matras op de grond en als kleding mocht iemand alleen een scheurhemd aan.Zo’n scheurhemd was een soort jurk van een stof gemaakt wat niet kon scheuren. De reden dat iemand zo’n hemd aan moest was dat iemand zich niet van het leven kon beroven zoals dat wel zou kunnen met gewone kleding.

Hier in de gevangenis hadden ze nog een stapje erger, een bed waarin iemand helemaal vast gebonden werd, lijf, armen en benen. Dat werd in de psychiatrie niet gedaan, hooguit een onrustband om de middel. In dit geval waren de woorden triest, maar waar zeker van toepassing. Ik vond het een van de ergste dingen die ik mee maakte in de psychiatrie, een psychotische patiënt in een isoleercel.

Bekenden

In deze gevangenis hebben verschillende bekende Nederlanders de nacht door gebracht, bv Swiebertje[Joop Doderer] Andre Hazes, maar ook Holleeder. Een van de mensen die ook mee liep met de excursie was een oud politieagent en hij vertelde dat tijdens de TT van Assen ook wel aan Veenhuizen gevraagd werd of er cellen vrij waren voor radbrakers. Dus zo kon het voorkomen dat je leuk naar de TT ging, je misdroeg en in deze strenge gevangenis terecht kwam, die konden na een nachtje wel weer vertrekken.. Ik denk dat die zich ook wel gedragen hebben bij de volgende TT….Tot 2008 was deze gevangenis in gebruik. Hierna wordt het gebruikt voor excursies, maar ook bv als filmdecor.

Tot zover het bezoek aan de Rode Pannen, ik was blij dat we weer werden “vrijgelaten”.

Hierna gingen we nog mee met de boevenbus, waarover in een volgend blog het verslag.

Inmiddels heb ik mijn thema weer gewijzigd, want het thema wat ik gisteren had geïnstalleerd zorgde voor nog meer problemen. Als iemand nog een tip heeft voor een goed werkend WordPress thema houd ik mij aanbevolen!